Herstelverhalen

Fase 1
Ik werd opgenomen na een suïcide poging met een ernstige depressie. Een aantal ingrijpende levensgebeurtenissen, o.a. het overlijden van mijn zoon, een vechtscheiding vanwege een eigen zaak en een hersenbloeding lagen ten grondslag. Dit alles in een tijdsbestek van twee jaar.
Vanuit een ongeluk halverwege de jaren 80 hadden zich langzaam depressieve klachten ontwikkeld, die door bovengenoemde factoren werden versterkt.
Ik was overstelpt door alle verlieservaringen en ik zag geen uitweg meer om mijn problemen de baas te worden. Dit had ook grote impact op mijn ouders. Zij waren altijd heel betrokken geweest, maar moesten machteloos toezien dat ik verder afgleed ondanks allerlei goedbedoelde tips en adviezen. Ik kon daar op dat moment niets mee. Achteraf vertelden ze in deze periode 10 jaar ouder te zijn geworden.
Behoefte aan contact met andere mensen had ik niet. Mijn vertrouwen in mensen had een ernstige deuk opgelopen door negatieve ervaringen. Ik had niemand om mijn verhaal mee te delen en wilde ook mijn ouders er niet mee belasten. Schaamte en schuldgevoelens speelden ook een rol.
Daardoor sloot ik mij op in mijn slaapkamer met de gordijnen dicht. Dat voelde veilig en ik had weinig last van prikkels. Ik besefte toen nog niet dat ik mezelf daardoor ook ruimte gaf om te piekeren en malen, waardoor ik steeds depressiever werd.
In die tijd ging ik ook meer drinken dan goed voor mij was om de pijn niet te hoeven voelen, als een soort zelfmedicatie.
Structuur had ik niet meer. Ik sliep het liefst de hele tijd, om de dag maar weer zo snel mogelijk voorbij te laten zijn. Ik beantwoordde de telefoon niet, omdat ik bang was voor een nieuw vervelend bericht. Hetzelfde gold voor het openen van de post. Op een gegeven moment werd ik wakker met twee politieagenten aan mijn voeteneinde. Mijn werkgever had hen ingeschakeld, omdat hij geen contact met mij kon krijgen.
Ik verzoop letterlijk en figuurlijk in mijn ellende en zag geen enkel perspectief meer, wat resulteerde in een suïcide poging.
Die poging heeft mijn ouders erg aangegrepen, omdat ze toen pas in de gaten kregen hoe diep ik was gezonken. In die tijd was er ook geen naastbetrokkenenbeleid, zoals we dat nu kennen.

Fase 2

In de kliniek werd eerst het alcoholgebruik aangepakt. Inmiddels was ik me ervan bewust geworden dat de alcohol niet helpend was. Ik werd er alleen maar depressiever van, omdat de problemen de volgende dag net zo hard weer terugkeerden. Het verdoofde maar tijdelijk.
Ook werd de medicatie aangepast. Seroxat en mirtazapine bleken geen effect meer te hebben, waardoor ik ingesteld werd op citalopram,seroquel en lorazepam.
Langzaam aan werd de chaos in mijn hoofd wat minder, al bleef de suïcidaliteit aanwezig.
In deze periode kreeg ik voor het eerst een ‘’klik’’ met hulpverleners, een verpleegkundige van de Werkwinkel en een psychiater.
De verpleegkundige, die inviel vanwege zwangerschapsverlof, kwam op haar eerste werkdag s’ avonds bij mij in de huiskamer zitten en vroeg mij mijn levensverhaal aan haar te vertellen. Het voelde heel raar dat iemand geïnteresseerd was in mijn verhaal, maar ik voelde dat het oprecht was en begon te vertellen. Op een gegeven moment zag ik bij haar twee tranen over de wangen biggelen. Zij verontschuldigde zich met de woorden; ’’Ik ben ook maar een mens.’’ Dat deed mij op dat moment heel goed, de mens achter de hulpverlener zien. Uren kon ik met haar praten, zij nam de tijd voor mij en is belangrijk geweest voor mijn herstel.
Ik had inmiddels ook een nieuwe psychiater, een betrokken vrouw die mij de nieuwe medicatie had voorgeschreven. Door haar begon ik weer vat op mijn leven te krijgen: ‘’Wij gaan het verleden hier parkeren, de toekomst daar. Jij blijft in het hier en nu en gaat ervoor zorgen dat je de dag zo goed mogelijk doorkomt, zodat je s’ avonds met een tevreden gevoel op de dag kunt terugkijken en op bed kunt gaan’’.
Achteraf is dat een kantelpunt in mijn herstel geweest. Het denken aan het verleden en de toekomst verlamde mij, per dag was veel overzichtelijker. Ik moest voor mezelf een dagprogramma opstellen, met in het begin alleen maar dingen die ik leuk vond om te doen. Dat stimuleerde en ik kreeg weer structuur.
Inmiddels was ik ook mijn suïcidaliteit de baas geworden, zij het door een grote verlieservaring. Een nichtje van mij, met een postnatale depressie en een kindje van 6 maanden, pleegde vanuit een opname suïcide. Ik had goed contact met haar. Haar begrafenis maakte zo’n verpletterende indruk op mij, dat ik nog tijdens de dienst besloot voor het leven te kiezen. Ik wilde dat mijn naasten niet aandoen. Bij de cursus Verbondenheid wordt dit de winst van verlies genoemd.
In deze periode kreeg ik contact met mede-cliënten. Niet vanuit mezelf, omdat mijn zelfbeeld en zelfvertrouwen tot een dieptepunt gedaald waren. Het kwam dus van anderen en ik merkte dat het contact me goed deed.
Op een avond zei een van hen dat hij mij wel aan het lachen zou krijgen. Mijn leven was jaren inktzwart geweest en ik kon me niet herinneren wanneer ik voor het laatst had gelachen. Hij liet me een stukje cabaret van Harrie Jekkers horen, het niet-rokers feestje. Het was van eind jaren 80, maar zou nu ook actueel zijn. Ik moest onbedaarlijk lachen, ook omdat ik van het Haags accent hou. Dat lachen gaf me later die avond een goed gevoel, het was heerlijk geweest.
Zo kwam ik er ook achter dat je elkaar als cliënten tot steun kunt zijn.

Fase 3

Het besef was doorgedrongen dat mijn leven niet meer zou worden wat het ooit geweest was. Mijn toekomstplannen waren door de gevolgen van de cva om zeep geholpen. Ik werd op 43 jarige leeftijd 100% afgekeurd. Ik had nog geen idee hoe verder.
Ik kwam toen een filmpje tegen dat over acceptatie ging. Stel je bent een ontzettende liefhebber van de zomer en loopt het liefst de hele dag in korte broek, T-shirt en teenslippers. Het is niet zo verstandig om dat in de winter ook te doen. Je krijgt het dan heel koud en wordt mogelijk ziek of je overlijdt. Wat ga je dan doen, je gaat warmere kleding aantrekken. Met andere woorden, je gaat je aanpassen aan de veranderende omstandigheden. Mijn omstandigheden waren veranderd en ik kon wel weer verlangen naar de tijd dat het goed ging, maar die zou niet weerkeren. Het was winter geworden.
Ik was in fase 2 al begonnen met dagbesteding vanwege de structuur. Ik werkte op de houtafdeling van de Korf in Beilen. Daar werden dingen gemaakt in opdracht van particulieren. Zij betaalden geen BTW, waardoor het aantrekkelijker werd daar iets te laten maken, dan het in de winkel te kopen.
Toen ik daar kwam, was ik jaloers op alle mooie dingen die daar gemaakt werden. Dat zou mij nooit lukken……
Ik begon met 3 dagdelen, maar had dat in korte tijd uitgebreid naar 10 dagdelen omdat het me goed deed daar te zijn. Ik had 2 goede arbeidstherapeuten, die mij uitdaagden steeds ingewikkelder dingen te maken. ‘’Dat kun jij wel.’’
Het vertrouwen in mij deed mij empowerend en ik kon mijzelf hierin uitdagen: ’’Ik zal laten zien dat ik het kan.’’ Ik leerde met machines werken, waar ik nog nooit mee gewerkt had, zoals bijvoorbeeld een draaibank. Op het eind bouwde ik steigerhouten meubelen, moderne kasten, terrassets, vogelkooien voor buiten en restaureerde ik antieke meubelen.
Dit proces werd ondersteund door therapieën die ik volgde om mijn zelfbeeld en zelfvertrouwen op te krikken. Sociale en cognitieve vaardigheidstraining, mentale weerbaarheidstraining en individuele PMT hebben een belangrijke rol gespeeld. Ik kreeg zelfinzicht, leerde negatieve gedachten om te zetten in positieve en leerde voor mezelf op te komen. Tijdens de opname werd duidelijk dat mijn hele leven alleen maar in het teken had gestaan van anderen, het hen naar de zin te maken. Mezelf had ik nooit zien staan. Daar had ik heel wat in te leren.
Wat empowerend in deze periode is geweest was de vraag van mijn arbeidstherapeuten om een man te gaan begeleiden met een ernstig oorlogstrauma. Vanwege dat trauma mocht ik in zijn buurt geen machines gebruiken die lawaai maakten. Ik of hij ging dan naar een andere ruimte.
Vanwege het taalverschil was communicatie moeilijk, hij sprak nauwelijks Nederlands en ook geen Engels.
Omdat we elkaar iedere dag zagen begon er een band te groeien. Op een gegeven moment vroeg hij me of hij mijn werk mocht schilderen, dan hoefde ik dat zelf niet te doen. Ik had altijd voor maanden opdrachten en schilderen kostte mij tijd. Dat heeft hij tot het eind van mijn opname gedaan. Op het laatst kon ik alle machines in zijn aanwezigheid gebruiken, hij had er geen last meer van. Van een ernstig getraumatiseerde man naar een heel sociaal iemand met een goed gevoel voor humor. Het is voor ons beiden een waardevolle ervaring geweest. Goed voor mijn zelfvertrouwen en zelfbeeld. De depressie verdween meer naar de achtergrond en het lukte me weer van dingen te genieten.
Mijn toenmalige psychologe is ook belangrijk voor mijn herstel geweest. Zij was verbonden aan het lectoraat rehabilitatie van de Hanzehogeschool in Groningen en bracht mij in 2011 op het spoor van de opleiding Ervaringsdeskundige in de Zorg, die dat jaar van start was gegaan. ‘’Zou dat wat voor jou kunnen zijn?’’
Interesses, die ik jaren kwijt was geweest, kwamen in deze fase ook weer terug. Ik kon weer genieten van muziek, mijn grote passie, sport en lezen. Ik vond dat jarenlang te confronterend: het deed me denken aan de tijd dat ik nog gelukkig was.


Fase 4

Ik was eigenlijk direct enthousiast over de opleiding en kreeg weer perspectief. Ik had genoeg ervaring op het gebied van depressie, niet aangeboren hersenletsel en rouwverwerking. Mijn hele leven heb ik met mensen gewerkt en daar ligt mijn hart. Ik besloot te solliciteren en kreeg te horen dat er 60 kandidaten waren voor 5 opleidingsplekken van GGZDrenthe. De moed zonk me in de schoenen, ik maakte geen kans. Toen ik het bericht kreeg dat ik toch een van de 5 was, schreeuwde ik het uit. Dit was een overwinning op mezelf.
Door de langdurige opname was ik naast werk ook mijn woning kwijtgeraakt. Na mijn scheiding huurde ik particulier en kon dat niet meer betalen. Het laatste half jaar van mijn opname ben ik begonnen met de opleiding. Dat was bijzonder, opgenomen zijn en studeren.
Ook werd in deze periode het contact met mijn dochter hersteld. Er was lang geen contact geweest, omdat dat niet werd gestimuleerd door haar moeder. Zij had het beeld van One flew over the cuckoo’s nest. Ik zou op een zaal liggen met allemaal kwijlende mensen en mijn ex deed niets om dat beeld te nuanceren. Om haar te laten weten dat ik er wel voor haar was als ze me nodig had, stuurde ik iedere maand een kaartje. Mijn toenmalige schoonzuster heeft haar op een gegeven moment meegenomen op bezoek, waardoor het contact kon herstellen. Vroeger was zij een papa’s meisje en nu was ze trots dat haar vader op 50-jarige leeftijd met een HBO-opleiding in de zorg begon.
De opleiding is voor haar ook een stimulans geweest een opleiding in de zorg te gaan doen. Door alle problemen was ze afgezakt naar VMBO niveau en nu doet ze de HBO-opleiding Docent Verpleegkunde aan Windesheim en hoopt de vierjarige opleiding in drie jaar te doen. Ze zit in het tweede jaar en heeft een paar weken geleden het eerste vak van het derde jaar gehaald. Ik word daar heel blij van.
Met behulp van de GGZ heb ik uiteindelijk weer een woning gekregen, waardoor ik mijn leven stukje bij beetje weer op de rit kreeg. Ik had besloten om een nieuwe start in een nieuwe woonplek te maken en heb daarbij alle schepen achter mij verbrand. Dat was een risico, wat goed heeft uitgepakt. Je moet risico’s nemen om je situatie te veranderen, om de vicieuze cirkel te doorbreken.
De opleiding was pittig, met name door het NAH. Ik wist van te voren niet hoe dat uit zou pakken. Dat ik het uiteindelijk haalde, was wederom een overwinning op mijzelf. Dat ik daarna ook nog in Hoogeveen belandde was een mooi geschenk: een herstelgericht team, waarin ervaringsdeskundigheid een plek heeft.
Ik heb dus weer goed contact met mijn dochter, een huis en leuke baan en ben nu bezig mijn sociale contacten uit te breiden. Dat heeft jaren geen interesse gehad, maar voelt nu weer goed.
Door dit alles word ik alleen nog herinnerd aan mijn klachten door de medicatie die ik gebruik, leven voorbij de aandoening dus. Ik werd er de afgelopen zomer nog weer even mee geconfronteerd hoe vervelend dat voelt, toen zich een ontsteking op mijn bijnier had genesteld en ik opeens weer depressieve klachten kreeg. Ik ben een gelukkig man. Wie had dat een jaar of tien geleden durven dromen?